In de dienst van Goede Vrijdag benadrukte voorganger Jan Bouma dat Pilatus maar liefst tot driemaal toe over Jezus zei: Ik zie geen schuld in Hem. Toch leverde hij Jezus uit om gekruisigd te worden. (Onwillekeurig moest ik denken aan Petrus die voordien ook al tot driemaal zei: Ik ken Hem niet! Ik ken Hem niet!! Ik ken Hem niet!!! Blijkbaar zitten wij mensen op die manier in elkaar als het er echt op aan komt en we ons eigen hachje willen redden.) Daarentegen ging het Jezus, zo schetste Bouma, puur om de waarheid. Om recht, rechtvaardigheid. Om betrouwbaarheid. Dat je ‘ja’ ook ‘ja’ is en je ‘nee’ een daadwerkelijk ‘nee’. Uiteindelijk bracht het Paasevangelie Jezus tot zijn onsterfelijke woorden ‘Het is volbracht’. En daarmee nieuw leven voor ons mensen, aldus Bouma. Hij blikte zo al vast vooruit naar Pasen: de Heer is waarlijk opgestaan! (Misschien moeten we dat zondag a.s. ook maar drie keer zeggen…)
Het ingetogen bloemstuk ging samen op met
Lied 558:
Heer, om uw vijf wonden rood,
om uw onverdiende dood,
smeken wij in onze nood,
Kyrie eleison.


