Elkaar de voeten wassen. In de avonddienst van Witte Donderdag rook het in de kerkzaal enigszins zweetvoeterig en was het een ongebruikelijk gezicht: een scala aan blote voeten, opgestroopte broekspijpen, overal losse schoenen en bijbehorende sokken, schalen met water en handdoekjes voor het betere afdroogwerk. De reden van dit alles? Alle aanwezige Bronners wasten elkaars voeten! Nou, dat was me effe wat…
Of liever gezegd: “Dat zou me wat zijn”, zo schetste voorganger Eygenraam zo’n Brongebeuren in haar overdenking waarin ze terugblikte op de voetwassing van de discipelen door Jezus. “Het zou zo maar een sacrament is onze kerken geworden kunnen zijn”, zo zei ze. Ja, dan was bovenstaande inleiding werkelijkheid geworden… Nu niet. Het was slechts mijn verbeelding tijdens een muzikaal intermezzo… De kerken kozen als sacrament destijds voor de viering van het Heilig Avondmaal.
En dat deden wij vanavond ook. In de kring. Eerst wensten wij elkaar de ‘vrede van Christus’ met een handdruk. Daarna gingen brood en wijn rond, onder de klanken van het Ave Maria. Prachtig!
Tijdens de viering zongen we samen met het Bronkoor het Tafelgebed van Lied 403b: Gezegend zijt Gij levende God omwille van Hem de zoon van de mensen, woord en gestalte van uw heerlijkheid, beeld en gelijkenis van uw trouw, die werd vernederd en gebroken, die werd verheven in uw licht, die wordt gehoord, die wordt geleefd, die komen zal in deze wereld, die ons een nieuwe naam zal geven, die onze weg is door de dood, die wij herkennen, die wij verkondigen hier in het breken van het brood. Voor foto’s zie: FOTO`S -> DIENSTEN